Beleggers die dit jaar werden verrast door de flinke daling van aandelenmarkten, kijken met argusogen naar het vooruitzicht van een mogelijke recessie in de tweede helft van 2022. Maar dat laatste komt niet als een verrassing voor David Rosenberg, de baas van het gelijknamige financiële adviesbureau Rosenberg Research.

Rosenburg waarschuwde al eerder voor een omslag van de beurs en de economie: “Momenteel is er een beweging in de richting die ik zes tot negen maanden geleden voor ogen had”, zegt Rosenberg in gesprek met Insider.

Begin dit jaar waarschuwde Rosenberg al voor het risico van een economische recessie in 2022. Op dat moment dachten veel economen nog dat er hooguit een beperkte vertraging van de economische groei in de VS zou komen.

Inmiddels heeft de daling van aandelenmarkten in de eerste helft van 2022 ervoor gezorgd dat het risico van een recessie enigszins verdisconteerd is in de beurskoersen. Maar volgens Rosenberg zijn de verwachtingen van beleggers nog altijd te rooskleurig.

De daling van aandelenmarkten met circa 20 procent in de eerste helft van dit jaar heeft volgens Rosenberg vooral te maken met een aanpassing van de hoge waardering van aandelen, zoals gemeten op basis van de koers-winstverhouding. Maar de beurs heeft een neerwaartse aanpassing van de bedrijfswinsten nog niet goed ingecalculeerd.

"Toen het hard omhoog ging met de aandelenmarkten, was de stelling dat aandelen de opwaartse bijstelling van de winstverwachting volgde", geeft Rosenberg aan."We staan op het punt dat er op dat vlak een omslag komt. Er heeft feitelijk nog geen neerwaartse bijstelling van de bedrijfswinsten plaatsgevonden."

De brede S&P 500-index voor Amerikaanse aandelen heeft momenteel een koers-winstverhoudng van 19,5. Daarmee betalen beleggers een stuk minder voor aandelen dan het gemiddelde van 23,1 keer de winst van begin dit jaar.

Maar de koers-winstverhouding van de S&P 500-index ligt nog steeds fors boven het historische gemiddelde van 15 tot 16 keer de winst.

Tegelijk is het zo dat volgens data van onderzoeksbureau Factset er nog steeds sprake is van een verwachte winstgroei van gemiddeld 4,3 procent in het tweede kwartaal van dit jaar voor de bedrijven uit de S&P 500-index.

In het verleden is de waardering van de S&P 500-index tijdens recessies gezakt naar gemiddeld 12 keer de winst. Als de geschiedenis zich herhaalt en waarderingen van aandelen naar dat niveau zakken, kan er in combinatie met winstdalingen tijdens een recessie nog een terugval van aandelen plaatsvinden van ruim 40 procent, vanaf de huidige niveaus, volgens Rosenberg.

"Er bestaat een serieuze kans dat de volledige bull market van de afgelopen jaren wordt uitgewist. Dat zou de S&P 500 terugbrengen naar een niveau van 2.200 tot 2.300 punten", schetst Rosenberg. "Belangrijk om te beseffen is dat dit sinds de Tweede Wereldoorlog al vier keer is gebeurd. Er is dus reden om voorzichtig te blijven, ondanks de schade die tot nog toe is aangericht op de aandelenmarkt."

Rosenberg wijst er verder op dat er geen zware recessie voor nodig is om aandelen nog flink te laten dalen. Er is namelijk geen duidelijk verband tussen de diepte van een economische neergang en de daling van aandelenmarkten. "In 1990 en 1991 was sprake van een flinke recessie, terwijl aandelen met 'slechts' 20 procent daalden. Aan de andere kant was er in 2001 een milde recessie, terwijl aandelenmarkten met bijna 50 procent daalden."

Kortom, voor de aandelenmarkt maakt het niet echt uit of de recessie mild of zwaar is, geeft Rosenberg aan. Er zijn andere factoren die belangrijker zijn.

3 tekenen dat de beurs kan gaan herstellen

De econoom geeft aan dat er drie zaken zijn om op te letten die signalen geven dat de beurs echt een bodem heeft bereikt.

Voor de Amerikaanse beurs wijst Rosenberg op de volgende zaken: als de koers-winstverhouding van de S&P 500 terugzakt naar 12, de Amerikaanse centrale bank begint met het versoepelen van het monetaire beleid en de rente op 10-jarige Amerikaanse staatsobligaties zich op eenzelfde niveau bevindt als het dividendrendement van de S&P 500-index, kan het tij keren.

De rente op de 10-jarige Amerikaanse staatslening zit momenteel dicht tegen de 3 procent aan, terwijl het dividendrendement van de S&P 500-index (dus het gemiddelde dividend gedeeld door het koersniveau) 1,63 procent is.

Als je puur kijkt naar de rentevergoeding, dan zijn Amerikaanse staatsobligaties momenteel aantrekkelijker dan het dividendrendement van de S&P 500. Hierbij worden koersstijgingen van aandelen dus buiten beschouwing gelaten.

Om de rente van de 10-jarige staatslening en het dividendrendement van aandelen dichter bij elkaar te brengen, zijn er verschillende mogelijkheden. Zo zouden koersen van obligaties moeten stijgen om de marktrente van obligaties omlaag te brengen, aangezien de koers en de marktrente bij obligaties tegengesteld bewegen.

Een ander scenario is dat aandelenkoersen nog fors dalen, zodat het dividend als percentage van de koers hoger wordt.

Volgens Rosenberg is een structurele stijging van de aandelenmarkt niet goed mogelijk als de obligatiemarkt niet eerst opveert (en obligatierentes dus dalen). "Voordat je positief wordt over aandelen moet je eerst positief worden over obligaties. Je kunt namelijk geen bodem verwachten op de aandelenmarkt zonder een voorafgaande significante stijging van obligatiekoersen."

Voorspellen wanneer de aandelenmarkt de bodem bereikt blijft lastig. Maar Rosenberg gaat momenteel uit van een scenario waarbij aandelen in november of december van dit jaar een dieptepunt bereiken dat ergens tussen de 2.200 en 3.100 punten ligt.

De redenering hierachter is dat aandelen doorgaans zes maanden voorafgaand aan een recessie pieken, en dat was begin dit jaar. Dit impliceert dat er vanaf juli ook daadwerkelijk een economische terugval optreedt. De bodem van de beurs wordt meestal bereikt in het tweede of derde kwartaal na de start van een recessie. Dit impliceert een tijdslijn voor het dieptepunt van de beurs rond het eind dit jaar, legt Rosenberg uit.

LEES OOK: Kan de beurs eindelijk ademhalen? Er zijn kansen voor herstel, maar het gevaar is nog niet geweken